
Een leven zonder angst kan ik me haast niet voorstellen. De ene dag heb ik er heel veel last van en andere dagen weer helemaal niet. Het ligt er maar net aan wat de invulling van die dag is. De angsten waar ik last van heb zijn sociale angstklachten en andere specifieke angsten. In deze post wil ik het hebben over deze laatst genoemde angstklachten.
Al vroeg ontstaan angstklachten
Mijn angsten ontwikkelden zich al op vroege leeftijd ergens na de dood van mijn vader. Zo werd ik bang om in of langs donkere ruimtes te lopen waar ik niets kon zien. Dit konden ook ramen zijn waar ’s avonds geen gordijnen voor hingen. Ik was altijd bang dat er ineens een gezicht zou verschijnen. Het feit dat iemand van buiten wel makkelijk naar binnen kon kijken maar andersom niet beangstigde me. Ook was ik in het algemeen bang in het donker en durfde ik ’s avonds niet alleen naar bed te gaan, want de weg ernaar toe vond ik eng. Datzelfde gold voor de wc. Vooral niet omdat je met de het doorspoelen van de wc geluid maakt en er in die tijd iets kon gebeuren wat ik dan vervolgens niet kon horen. Vreselijk vond ik het. En als ik dan zover was, hield ik mijn handen over mijn oren tijdens het doorspoelen of trok ik een sprintje terug naar mijn kamer. Mijn angst voor donker leidde er ook toe dat ik op mijn negende van de mooie grote zolderkamer naar de kleine kamer naast mijn moeder en stiefvader verplaatste. Boven vond ik het namelijk ’te eng’. Jammergenoeg is er in mijn opvoeding weinig ruimte geweest om mijn angstklachten bespreekbaar te maken. Ik heb het er nooit over gehad en met mijn moeder en stiefvader en voelde me nooit door ze gerustgesteld. Iets wat ik waarschijnlijk in die tijd wel nodig had.
Verdere verloop angstklachten
Doordat ik nooit aan deze angsten heb kunnen werken zijn ze ook nooit verdwenen. Ik vind het namelijk nog steeds geen pretje om ’s avonds in huis langs ramen te lopen waar geen gordijnen voor hangen. Tijdens mijn studententijd heb ik veel ’s avonds op jonge kinderen gepast en in sommige huizen waren ramen zonder gordijnen. Ik kon mezelf figuurlijk opvreten als ik langs zo’n raam moest lopen. Deze angst is trouwens wel veel meer aanwezig wanneer ik alleen ben dan wanneer ik met een groep ben. Niet alleen met ramen had ik een probleem, maar ook in slaap vallen in het donker vond ik tijdenlang niet prettig. Toen ik een aantal jaren geleden nog een tv op mijn kamer had zette ik voor het slapengaan altijd de timer van de tv op 20 minuten. Zo kon ik in slaap vallen terwijl mijn kamer nog verlicht was. Ik vond het namelijk niet prettig om niet te kunnen zien wat er in mijn kamer gebeurde. Sinds een aantal jaar gaat dat gelukkig stukken beter en komt het slechts incidenteel voor dat ik bang in bed lig. Iets soortgelijks heb ik met muziek luisteren terwijl ik ’s avonds laat nog buiten loop of fiets. Dit doe ik ook liever niet. Het is dan donker en ik moet kunnen horen of er eventueel iets achter mij gebeurd. Ik ben zo iemand die vaak achterom kijkt om te checken of alles ok is.
Het gevoel van geen controle hebben
Sinds een jaar heb ik door dat mijn angsten te maken hebben met het hebben van geen controle in bepaalde situaties. In het donker kan ik niet zien en als er geluid is kan ik een ander mogelijk geluid niet horen. Nu ik in het buitenland ben heb ik ook een aantal specifieke ‘reisangsten’ ontwikkeld. De angst die er met kop en schouders bovenuit steekt is de ‘achterop-een-scooter-zitten-angst’. Juist het achterop zitten bij iemand en niet het zelf rijden vind ik niet prettig, want dan heb ik geen controle over hoe we rijden. Ik ben namelijk extreem bang om te vallen. Bij iedere bocht denk ik dat we onderuit gaan omdat we meer naar één kant hangen. Als het aan mij ligt ga ik daarom door iedere bocht met een minimale snelheid. Ik ben zo ontzettend bang om onderuit te gaan.
Nooit hulp gezocht voor deze angstklachten
Voor deze angsten heb ik eigenlijk nooit hulp gezocht. Zoals ik al eerder aangaf signaleerden mijn ouders deze klachten vroeger bij mij niet en dus hebben we het er nooit over gehad. Ook vind ik dat met deze klachten, anders dan met mijn sociale angstklachten, beter te leven valt. Ik vind de impact van mijn sociale angstklachten veel erger omdat dit mijn relaties met anderen in mijn omgeving belemmert. Ik bén een heel sociaal persoon, maar iets staat me telkens in de weg. Angst voor donkere ruimtes daarentegen is iets waar ik niet tegenaanloop in relaties met andere mensen. Mijn sociale angstklachten brengen vaak gevoelens van falen of mislukking bij mij ter weeg, terwijl een angst voor donker dat niet doet. Tegenwoordig kan ik er goed mee leven dat ik wat banger aangelegd ben dan anderen. Het hoort bij mij en ik ben er aan gewend geraakt. Daarnaast kom ik er steeds meer achter dat andere ‘normale’ volwassenen ook bang kunnen zijn in het donker en dat dat helemaal niet gek hoeft te zijn. Af en toe even relativeren dus!
Hoi Sandra,
Ik ben op deze site terecht gekomen via het artikel in bedrock. En ik ben van plan om op nog meer van je artikelen te gaan reageren. Zelf heb ik ook sinds een jaar het contact met mijn moeder verbroken. En ben er via de POH-GGZ en een psycholoog achter gekomen dat ik een KOPP-Kind ben.
Ook ik ben mijn hele leven bang geweest in het donker. Wat je vertelt met het doorspoelen van de wc is heel herkenbaar. Ik heb tot mijn 26ste met het licht aan geslapen. Ik heb een dochtertje van inmiddels 20 maanden. Maar ik wilde mijn angst niet op haar overbrengen dus tijdens mijn zwangerschap heb ik mijn angst geprobeerd te overwinnen. Met succes en ik denk te danken aan mijn krachtige hormonen die mij heel veel zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen gaven. Ik heb 2 keer een terugval gehad na het kijken van een enge serie of film. Dan sliep ik 1 dag met het licht aan en vervolgens heb ik de dag erna weer besloten om toch zonder het licht aan te slapen.
Hoi Sherana,
Wat goed dat je je angsten probeert te overwinnen voor je dochtertje. Ik vraag me soms ook wel eens af, kom ik hier ooit nog overheen? Toch is het wel iets waar ik mee kan leven, ondanks dat het me soms stress oplevert.
We komen er wel! 😉