
Toen ik de pagina van Sandra voor het eerst tegenkwam, zag ik in haar posts de ene na de andere herkenning voorbij komen. Mede door deze pagina ben ik erachter gekomen dat de kinderen van ouder(s) met een psychische ziekte allemaal een ding gemeen hebben; ze zijn KOPP-Kind. Een begrip waar ik niet eerder van had gehoord. Dat label gaf mij ergens wel rust. Ik ben niet de enige. Andere mensen/kinderen ervaren dezelfde moeilijkheden in de relatie met een van hun ouders of zelfs beide ouders (voor het gemak houd ik in deze blog ‘ouders’ aan om beide situaties te omvatten). Andere KOPP-kinderen ervaren dezelfde loyaliteitsconflicten en staan mogelijk ook voor het dilemma om het (vaak moeizame) contact te verbreken of toch in stand te houden. De herkenning die ik vind in andere KOPP-kinderen maakt dat ik wilde beginnen met gastblogs schrijven voor ‘Met zonder ouders’.
Daarom zal ik me eerst even voorstellen. Ik ben Sanjana en ik ben 22 jaar oud. Toen ik 11 maanden oud was, ben ik geadopteerd door 2 Nederlandse ouders. In dit adoptiefgezin ben ik opgegroeid met 2 zussen en een broertje met zorgbehoeftes. Als ik dit vertel aan iemand die vraagt waar ik vandaan kom, geven deze mensen mij vaak een stortvloed aan waardering en complimenten over mijn adoptiefouders. ‘Je zult wel blij zijn dat ze je ‘gered’ hebben’, ‘Je zult wel rijke adoptiefouders hebben’, ‘Wauw, wat hebben jou ouders een groot hart!’, ‘Ze zullen wel enorm veel van je houden!’. Deze complimenten klinken inderdaad als een warm bad om in terecht te komen als kind. Helaas was dit warme bad niet het bad waarin ik terecht ben gekomen. Ondanks de ‘strenge’ screenings van de adoptie-organisaties is mijn adoptiemoeder in 2016 gediagnosticeerd met psychische aandoeningen. Iets wat een boel vreemde situaties uit mijn jeugd verklaard waar ik tot 2016 niet de vinger op heb kunnen leggen.
Een klein voorbeeld dat ik nooit zal vergeten is als volgt: Mijn adoptief broertje die een zware vorm van autisme heeft en verstandelijk gehandicapt is, kwijlde enorm. Kwijl is niet het meest frisse fenomeen ter wereld (vooral als de televisie-afstandsbediening altijd vol zit met kwijl…) maar hij kon er natuurlijk ook niets aan doen. Mijn jongste zus en ik waren rond de leeftijd 6-8 en wij vonden dat vies. Kinderen zijn niet helemaal tactisch met uitingen op die leeftijd en dat uitten zich in een: ‘Ullh bah vies overal kwijl!’. In plaats van een uitleg dat mijn adoptief broertje daar niets aan kon doen en dat het misschien pijn doet voor hem als wij dat zeggen, zei mijn moeder dan: ‘Als jullie nog een keer hier over zeuren, neem ik jullie volgende keer mee naar de dokter van je broertje en laat ik bij jullie wat vloeistof inspuiten zodat jullie voortaan ook kwijlen!’. Dit vergeet je natuurlijk nooit meer als kind en klagen laat je dan wel. Dat dit soort uitingen eigenlijk een vorm van mishandeling zijn, leerde ik pas op latere leeftijd.
Naast de herkenning die ik vind in andere KOPP-kinderen, wil ik met mijn blogs bijdragen aan het besef dat niet elke adoptie van ouders met goede intenties, een geslaagde adoptie hoeft te zijn. Voor mijn gevoel hangt er een soort ‘halo’ boven alle adoptiefouders wat de situatie bemoeilijkt voor geadopteerde KOPP-kinderen om toch hun verhaal te doen. Net als dat een warme thuissituatie en een fijn gezin niet vanzelfsprekend is voor kinderen die bij hun biologische ouders opgroeien, is dat ook niet zo voor geadopteerde kinderen.
Een meisje van mijn opleiding vroeg toen ze hoorde dat ik was geadopteerd: ’En ben je bij fijne adoptiefouders terechtgekomen?’. Het was zo fijn dat ik niet meteen het ‘je ouders zijn helden’ stigma naar me toe geworpen kreeg! Ik maak dit zelden mee en dit heeft mij echt aan het denken gezet! Deze vraag was zo prettig geformuleerd! Ik zou dan ook iedereen aanraden in zo een situatie die geïnteresseerd is in het leven van een geadopteerde, er naar te vragen en niet ervan uit te gaan dat de ouders ‘helden’ zijn. Je kiest je ouders namelijk niet uit ;).
In haar volgende blogs zul je meer over de situatie van Sanjana lezen.