pawel czerwinski oW SxbYJk unsplash

Verslaving en emotionele verwaarlozing bij ons thuis – Evelien

Als 28-jarige ondervind ik nog steeds iedere dag de gevolgen van de psychische- en verslavingsproblemen van mijn ouders. M’n moeder heeft altijd ontkend dat ze verslaafd was aan alcohol en geld uitgeven. Naast deze problematiek, ben ik (zover ik mij kan herinneren) sinds mijn kinderjaren emotioneel verwaarloosd. Er was weinig liefde en harmonie in het gezin. De emotionele verwaarlozing bestond uit vernederingen, vele ruzies met scheldwoorden en soms fysieke mishandeling. Als mijn moeder teveel gedronken had, kon ze agressief worden door fysiek uit te halen of met spullen te gooien. Mijn vader had geen verslaving, maar maakte ook deel uit van de emotionele verwaarlozing. Mijn vader vond dat het nodig was om hard op te treden. Mijn ouders hadden onderling veel ruzie met elkaar, voornamelijk over het gedrag van mijn moeder. Mijn moeder werkte niet, waardoor we het financieel niet breed hadden. Mijn moeder gaf veel geld uit aan alcohol maar ook aan andere spullen voor zichzelf die ze niet nodig had. Mijn vader zag dat mijn moeder problemen had, maar heeft nooit hulp voor haar gezocht of ingrepen. Ik zag aan mijn moeder dat ze zich eenzaam voelde en er waren geregeld onenigheden binnen haar familie.

De buitenwereld weet van niets

Door deze gebeurtenissen heb ik mijn jeugd als erg zwaar ervaren. Mede omdat ik op de basis- en middelbare school gepest werd. Doordat ik vriendschappen ontwikkelde en bij anderen thuis kwam, werd ik steeds bewuster dat mijn thuissituatie niet normaal en gezond was. Ik mocht geen vriendinnen van m’n ouders mee naar huis nemen. Door de regels en het gedrag van mijn ouders, heb ik mij intens voor hen geschaamd. Mijn hele jeugd bestond uit smoesjes verzinnen voor mijn ouders. Door het pesten en de emotionele verwaarlozing had ik een laag zelfbeeld. Vriendinnen merkte dit ook op en langzamerhand, nam ik sommige vriendinnen in vertrouwen om over mijn thuissituatie te vertellen. Het was voor anderen onwerkelijk wat ik thuis meemaakte omdat mijn ouders zich voor de buitenwereld anders voordeden. Mijn ouders zijn erg dominant en eigenzinnig waardoor we (ik, mijn broer en zus) voor de buitenwereld afgesloten werden.

Professionele hulp komt pas laat

Ik heb bij de huisarts voorzichtig gesproken over mijn thuissituatie, maar ook die kon geen ingang krijgen bij mijn ouders. Jarenlang durfde ik niet opnieuw aan de bel te trekken bij de huisarts omdat ik me schaamde voor de situatie en uiteindelijk voor mezelf ging schamen. Ik was bang dat anderen me vreemd zouden gaan vinden. Hierdoor kreeg ik pas professionele hulp nadat mijn grens was bereikt. In eerste instantie verwees de huisarts mij door naar een 1stelijns ggz instelling op 17- jarige leeftijd. Ik had te kampen met persoonlijkheidsproblematiek maar was nog te jong om een diagnose en verdere behandeling te krijgen. Een aantal jaar later was ik volledig uitgeput en zodanig emotioneel afgevlakt dat ik niets meer voelde. Ik kon me niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst een paar uur had kunnen doorslapen in een nacht. Ik werd doorverwezen naar een 2elijns ggz instelling waarbij de wachtlijst acht maanden was. Hier heb ik een behandeling van zes jaar ondergaan, welke gericht was op mijn persoonlijkheidsproblematiek.

Systeemtherapie zonder ouders

Aan het begin van de behandeling heb ik gesprekken gehad met een systeemtherapeut. Dit waren zeer confronterende gesprekken. Ik moest beschrijven uit voor gezin ik kwam en hoe mijn jeugd eruit zag. De systeemtherapeut heeft me op allerlei mogelijke manieren geprobeerd over te halen op m’n ouders een keer uit te nodigen. Maar dat wilde ik absoluut niet. Mijn ouders zouden daar niet bereid toe zijn. Ze zagen de thuissituatie niet als een probleem. Als ik m’n ouders ermee confronteerde werd het gebagatelliseerd of ontkend. En als ik pech had, kreeg ik de schuld van de ontstane ruzie. Ik zag m’n ouders niet gaan veranderen tegen welke prijs dan ook. Keer op keer gaf ik aan tijdens de sessies dat ik m’n ouders niet ging informeren over m’n psychische klachten en het verzoek om hun erbij te betrekken. Het werd een groot geheim naar m’n ouders toe dat ze niets wisten over hoe ik me voelde. Maar aan de andere kant hadden ze het kunnen weten. Het ging totaal niet goed met me en ze hadden het kunnen zien. Ook daar hadden ze hun oogkleppen voor.

Problemen met ‘voelen’

De psychische problemen van m’n moeder in combinatie met de jarenlange emotionele verwaarlozing door mijn beide ouders en het pesten, heeft ervoor gezorgd dat ik een negatief zelfbeeld en identiteit had ontwikkeld. Deze problematiek had een grote weerslag op mijn emoties en gevoelens. Vanuit thuis had ik nooit geleerd om mijn gevoelens te uiten of delen met anderen. Hierdoor ontwikkelde ik problemen met het reguleren van mijn emoties. Dit uitte in automutilatie, eetproblematiek en dissociaties. De behandeling viel erg zwaar, ik ging me somberder voelen en wilde niet meer leven. Soms wilde ik eind aan mijn leven maken om mijn ouders pijn te doen voor wat ze mij hadden aangedaan. Mijn behandelaren waren de beste steunpilaren die ik me toen kon wensen en trokken me door deze enorme worsteling heen.

Nog niet uit huis mogen

Mijn ouders hebben me lang tegengehouden om uit huis te gaan. Door de behandeling ben ik gaan inzien dat ik een soort bliksemafleider voor mijn ouders was. Doordat ik de jongste van het gezin was en het langste nog thuis zou wonen, was ik voor mijn ouders een prooi geworden. Mijn ouders konden niet met elkaar en niet zonder elkaar leven, hierin was ik een spil geworden om dit in goede banen te leiden. Ook ging het niet goed met de gezondheid van mijn vader en ik maakte mij hier zorgen over. Nadat mijn broer en zus het huis uit waren, werd de negatieve aandacht nog meer op mij gericht. Mijn ouders bemoeide zich overal mee en niets was goed. Ze hadden veel commentaar op mij waaronder de keuze van mijn vervolgopleiding en mijn eerste baan. Ik wilde dolgraag uit huis maar werd op alle manieren door mijn ouders tegengehouden. Ze wilde niet over het onderwerp praten.

Behandeling

Door diverse behandelvormen, waaronder schematherapie is het me gelukt om mezelf los te maken van me ouders. Het ging in alle opzichten goed met mij waardoor de behandeling afgerond kon worden. Wel had ik in de laatste half jaar van de behandeling, last van herbelevingen en nachtmerries over mijn jeugdjaren. Mijn behandelaren gaven aan dat dit normaal was bij het afronden van een intensieve behandeltraject. Helaas na enkele maanden trok ik opnieuw aan de bel bij de huisarts. De herbelevingen en nachtmerries waren dagelijks aanwezig en ik was niet meer in staat om te functioneren. De suïcide gedachten kwamen op de voorgrond te staan omdat het lijden ondragelijk werd. Ik werd aangemeld bij een 2de lijns ggz instelling en kreeg de diagnose PTSS en ernstige depressie. Op dit moment ben ik bezig met een intensief behandeltraject en is PTSS gelukkig goed te behandelen.

Waar ik nu sta

De relatie met mijn ouders staat op een functioneel pitje. Ik zie ze een keer in de zoveel tijd en dat is voldoende. Ik ben nog steeds iedere dag ‘blij’ dat ik mijn ouders niet heb geïnformeerd over mijn behandelingen of aandoeningen. M’n ouders hebben me eigenlijk nooit ergens in gesteund. En op onbegrip zat ik al helemaal niet op te wachten. In de meeste gevallen kon ik beter informatie voor mezelf houden. Het was een proces wat ik alleen moest en wilde doorlopen. Ondanks de loodzware jaren en behandelsessies, heb ik er vele waardevolle levenslessen uitgehaald. Ik heb m’n eigen identiteit op een latere leeftijd toch nog weten te ontwikkelen. Hierdoor weet ik beter wat er bij me past en ben daar ontzettend dankbaar voor. Ik weet dat ik er nog niet ben en dat zal misschien ook wel zo blijven. Het leven blijft gepaard gaan met vallen en opstaan. Ik heb voor mezelf eindelijk een manier gevonden om alle gebeurtenissen op een rijtje te zetten namelijk door een autobiografie te schrijven en uit te geven. Het boek zal ‘Strijders’ heten en ik hoop uiteraard dat jij hem wilt lezen!

Scroll naar boven