Ik ben opgegroeid met een moeder die psychisch ziek was en aan depressies leed. Ze leed aan psychoses. Niet doorlopend, maar wel chronisch. Daardoor heb ik geen onbezorgde en doorsnee jeugd doorlopen. Het was intens en onstuimig en dan druk ik me nog keurig uit. Toen ik 26 jaar was, koos zij voor een zelfverkozen dood.
Mijn overlevingsmechanisme dooft uit
Nu nader ik bijna de 40 (Say what?!) en ben ik nog steeds de brokstukken uit mijn jeugd aan het puinruimen. Inmiddels is dit oké en heb ik daar berusting in. Ik begrijp en doorzie heel veel. Dat maakt ook dat ik tot die berusting kan komen en dat stuk steeds meer vanuit zachtheid kan ontmoeten. Momenteel merk ik dat mijn overlevingsmechanisme aan het uitdoven is. Eigenlijk zou ik daar champagne op moeten drinken en me ziek moeten eten aan taart. Zover ben ik nog even niet, want dat stuk van uitdoven laat me tegelijk ook enorm verzuipen en soms barst de paniek me letterlijk uit.
Ik vertrouw op mijn mentale kracht
Het is intens en er gebeurt nu heel veel. Er komen meerdere elementen tegelijk samen wat ervoor zorgt dat er op bepaalde gebieden een mate van frictie ontstaat. Dat is soms best overweldigend. Maar ik kan dit en doorsta dit tot dusver goed. Ik kom nu ook op een punt aan dat ik daadwerkelijk vertrouw op mijn eigen mentale kracht. Door mijn omstandigheden en de manier waarop ik in het leven sta, ben ik minder ontvankelijk voor de psychische kwetsbaarheid waar mijn moeder aan leed. Het duurde echter heel erg lang voordat ik daar echt op kon vertrouwen en me lange tijd angst in boezemde. Bang dat ik op een goede dag ook psychotisch zou worden en bang dat ik op een goede dag mijn pijn en verdriet niet meer kon dragen en depressief zou worden.
Ik was niet mijn moeder
Hoe diep mijn dalen ook waren, het gebeurde niet. Beetje bij beetje en stapje voor stapje lukte het me daardoor om te vertrouwen in mezelf en in mijn eigen kracht. Ik was niet mijn moeder. Al heb ik wel degelijk dezelfde gevoeligheid als zij had. Nu mijn overlevingsmechanisme uit begint te doven, begrijp ik die (over)gevoeligheid ook steeds beter. Want nu ik niet meer hoef te overleven, is het gevolg daarvan dat heel veel dingen nu ongefilterd bij me binnenkomen. Gevoel, geur, prikkels, geluid, emoties, belevingen, ervaringen…alles komt ongefilterd binnen. Dat gebeurt er als ik niet meer hoef te overleven, dan is er ruimte om te voelen. Al die jaren was mijn overlevingsmechanisme mijn filter en deze vervaagt nu dus steeds meer. Mijn filter maakt plaats voor mijn kwetsbaarheid en alles wat daarbij hoort.
Alles is anders
Daar moet ik echt mijn weg in zien te vinden. Het maakt mijn wereld soms tot een grote, verwarrende kluwen. Af en toe weet ik niet meer wat waar hoort of wat waar vandaan komt. Alles wat eerder nog goed, veilig en vertrouwd voor me was, dat is nu helemaal omgekeerd of helemaal anders. Logisch ook, alleen voelt die logica nu nog niet zo logisch. Alles loopt in elkaar over. En dat is iets wat ik heel erg van mijn moeder herken! Dat is ook precies de reden dat ik haar- en haar gevoeligheid steeds beter ga begrijpen. Ik begrijp nu hoe je soms letterlijk kunt verzwelgen in je gevoel en dat je soms overstelpt kunt worden door paniek en onrust, omdat het zoveel is.
Omdat ik de afgelopen jaren het vertrouwen al op had gebouwd in mijn eigen mentale kracht en mijn manier van copen, weet ik nu dat ik niet bang hoef te zijn om over te worden genomen door een psychose of een depressie. Ik houd er andere copingstrategieën op na dan mijn moeder deed. We stonden beiden anders in het leven, gingen anders met dingen om en ook onze omstandigheden waren anders. Een reminder waar ik mezelf regelmatig aan moest herinneren. Nog steeds weleens hoor. Het is namelijk wel dat verschil, die er voor een groot deel voor heeft gezorgd dat ik niet vatbaar was voor psychoses en/ of depressies. Althans, dat denk ik. Ik kan me heel goed voorstellen dat als ik al die tijd ongefilterd kon voelen, ik daar ook op zijn minst, flink van door de war zou zijn geraakt. Natuurlijk zal erfelijkheid ook een rol spelen, alleen weet ik niet in hoeverre dat voor mij zo is. Dat maakt ook soms nog steeds wel eens onzeker.
Zwanger worden was spannend!
Toch had die angst me lange tijd in zijn greep. Zeker op het moment dat ik klaar was voor het moederschap. Mijn moeder had haar eerste psychose na de geboorte van mijn twee jaar jongere broertje. Dus ja, het was erg spannend voor me om toch zwanger te worden. Wat zou de invloed van hormonen voor mij betekenen? Wat zou het hele moederschap überhaupt voor mij betekenen? Dat is sowieso al een hele stap en spannend voor iedereen. Wat nou als ik wel depressief zou worden of een psychose zou krijgen? Dat wilde ik mijn kinderen onder geen beding aandoen. Dat vond ik een hele beangstigende gedachte. Het vertrouwen won het uiteindelijk van mijn angst. Ik stond er niet alleen voor. Samen met mijn wederhelft durfde ik dit avontuur aan. Alleen door er voor te gaan, zouden we ontdekken hoe het zou verlopen.
Uiteindelijk kregen we drie dochters. Alle drie de zwangerschappen verliepen voorspoedig. Toen ik eenmaal moeder was, kwam ik alsnog voor de nodige uitdagingen te staan. Deze hadden echter niets van doen met angst voor psychische problemen en/ of depressies, maar alles met het delen van mijn felbegeerde eerste plaats en dat dit niet als vanzelf ging bij mij. Juist door het moederschap en de weg die ik daarvoor al af had gelegd, groeide het vertrouwen in mijn eigen mentale kracht alleen nog maar mee
De juiste omstandigheden
Ja, ik had het vaak genoeg moeilijk, ja ik voelde me ook best weleens somber en ja ik had de nodige moeilijke uitdagingen in het leven te verwerken. Echter verloor ik mezelf tijdens die diepe dalen nooit in een depressie of een psychose. Ik had het voorrecht dat ik de juiste omstandigheden had en daardoor de juiste tools tot mijn beschikking had, om de kansen op psychoses en/ of depressies te verkleinen of misschien zelfs wel helemaal weg te nemen.
Wat die omstandigheden voor mij waren? Dit zat er in mijn gereedschapskist:
- Mijn copingmechanisme
- Mijn reflectieve vermogen
- Ik heb altijd een goede band gehad met mijn vader en heb me daardoor ook onvoorwaardelijk gesteund gevoeld
- Het vertrouwen in mijn eigen mentale vermogen
- Onderscheid kunnen maken tussen mijzelf en mijn moeder (Ik ben niet mijn moeder)
- Mijn overlevingsmechanisme
Wanneer deze omstandigheden niet- of in mindere mate aanwezig zijn, dan denk ik dat het de kansen op een psychische aandoening wel degelijk kan vergroten. Ik besef me terdege dat ik in mijn handjes mag knijpen met mijn omstandigheden en dat het er zonder deze omstandigheden heel anders uit had kunnen zien voor mij. Ach, en ja… af en toe doemt de angst en de gedachte nog een enkele keer op, maar het weerhoudt me er niet van om te leven. Ik ben er geloof ik niet meer zo bang voor. Want stel, ik verzand inderdaad ooit eens in een depressie of een andere psychische aandoening, dan heb ik wel mijn omstandigheden mee en mijn gereedschapskist binnen handbereik. Ik weet gewoon dat ik daar weer uit ga komen! Ik ben niet mijn moeder…
