caroline hernandez 7PM8qGvPGis unsplash scaled

Ik ben een KOPP kind

Al rond mijn negende jaar werd mij duidelijk dat er een term voor een kind zoals ik bestond; een KOPP kind. Deze term staat voor: Kinderen van Ouders met Psychische Problemen. Met KVO worden Kinderen van Verslaafde Ouders aangeduid, hier val ik zelf niet onder. Hieronder geef ik je meer uitleg over KOPP/KVO problematiek en vertel ik meer over de psychische problemen van mijn ouders.

KOPP/KVO cijfers en feiten

KOPP/KVO komt veel voor in Nederland. Jaarlijks zijn er 405.000 ouders met psychische problematiek en/of verslaving die samen 577.000 kinderen hebben (Trimbos, 2016). Dit getal valt in de werkelijkheid nog een stuk hoger uit omdat een aantal ouderlijke stoornissen, denk bijvoorbeeld aan schizofrenie of borderline niet zijn meegenomen. Opgroeien met een ouder die lijdt aan een psychische stoornis heeft zo z’n gevolgen. KOPP/KVO-kinderen hebben namelijk een verhoogd risico om zelf ook een psychische stoornis te ontwikkelen. Zo heeft 65% van deze groep op 35-jarige leeftijd te maken gehad met een angststoornis en/of depressie, in vergelijking tot 25% van de ‘normale’ populatie (Trimbos, 2016). Kinderen die opgroeien met een ouder met een psychische kwetsbaarheid ontwikkelen vaak bepaalde patronen of gedragingen. Zij nemen bijvoorbeeld de ouderrol over (ook wel parentficatie genoemd), schamen zich voor hun situatie, voelen zich schuldig naar hun ouder en cijferen zichzelf weg. (Trimbos, 2016). Later in deze post zal ik bespreken in hoeverre ikzelf deze gedragingen heb ontwikkeld.

Moeder met borderline persoonlijkheidsstoornis

De term KOPP is van toepassing op mij omdat mijn moeder een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft. Naast deze stoornis heeft ze ook klachten die passen bij PTSS, ADHD en eetproblematiek; een hele rits dus. Mijn moeder zie ik echter voornamelijk als iemand met borderline. Deze stoornis uit zich bij haar in impulsiviteit, emotionele instabiliteit en suïcidaal gedrag. Ze voelt zich vaak ontzettend eenzaam en leeg vanbinnen. Op een gezonde manier relaties onderhouden met de mensen om haar heen, is voor haar niet gemakkelijk.

De borderline persoonlijkheidsstoornis heeft ze mede ontwikkeld doordat ze zelf trauma in haar jeugd heeft opgelopen. Hoe ik het zie, is dat ze is geboren met een bepaalde psychische kwetsbaarheid en hier altijd tegenaan is gelopen in haar jeugd. Haar borderline is dus het resultaat van zowel het geboren worden met een kwetsbaarheid alsook alles wat ze hierdoor heeft meegemaakt in haar leven. Ze heeft zich thuis altijd als het ‘mindere’ kind gevoeld. Dit gevoel heeft ze nu als volwassene nog steeds. Dat zit zo diep in haar.

Om eerlijk te zijn, voor mij mij als haar dochter voelt haar borderline als een egoïstische stoornis. Ik had het gevoel dat het altijd om haar draaide en dat ze maar weinig stilstond bij hoe haar beslissingen en gedrag ons beïnvloedde. Zo heb ik meerdere crisissituaties meegemaakt waarin ik mij zorgen maakte om het leven van mijn moeder. Hoe kún je dat doen dacht ik dan. Ook verhuisden we heel vaak. Het voelde voor mij alsof het mijn moeder niet kon schelen dat wij weer aan een nieuwe omgeving moesten wennen. Waarom heeft er niemand oog voor mijn behoeften dacht ik. Het voelde alsof er niet voor mij was gekozen, en dat beseffen deed enorm veel pijn. Vanaf 2016 heb ik jarenlang geen contact gehad met mijn moeder. Ik kon het gewoon niet meer opbrengen. Het deed teveel pijn.

Ook vader psychische klachten

Naast mijn moeder had mijn vader ook psychische problemen. Heel veel weet ik hier niet van, want in 2000 besloot hij dat het leven voor hem te zwaar was en maakte hij er een einde aan. Uit een brief die hij achterliet maakte ik op dat dat hij last had van angstklachten, zowel privé als op zijn werk. Mijn vader was een gesloten iemand.Hij kon er niet over praten en zag uiteindelijk geen uitweg meer. Veel herinneringen aan mijn vader heb ik jammergenoeg niet, omdat ik nog zo jong was toen hij overleed. De herinneringen die ik wel heb, koester ik. Zo staat me nog goed bij dat we altijd samen in bad gingen en dat ik zijn haar dan mocht wassen. Of dat ik me altijd ging verstoppen als hij thuiskwam van zijn werk. Omdat hij overleed toen ik nog jong was, heb ik maar weinig meegekregen van zijn problematiek. De situatie van mijn vader in combinatie met de zelfmoordpogingen van mijn moeder maakt dat zelfmoord voor mij nog altijd een heel gevoelig onderwerp is. Als het bijvoorbeeld plots in een film voorkomt, dan reageert mijn lichaam daar meteen op. Ook nu ik dit schrijf merk ik dat en voel ik een aantal rillingen over mijn lichaam lopen.

KOPP kenmerken bij mezelf

Al eerdere benoemde ik dat KOPP-kinderen specifieke gedragingen kunnen ontwikkelen (parentificatie, schaamte, wegcijferen etc). Bij mezelf herken ik ook een aantal van deze KOPP gedragingen. Zo voel ik, als het oudste kind thuis, een enorme verantwoordelijkheid om voor mijn broertje en zusje te zorgen. Als er iets is met hen, dan maak ik mij al snel druk en kan ik dat maar moeilijk loslaten. Ik wil ze beschermen, ondersteunen, er voor ze zijn. Naast parentificatie zijn schaamtegevoelens over mijn situatie ook erg herkenbaar. Vanaf mijn achttiende begon ik mij meer te schamen voor mijn opvoeding, omdat het zo tegenstrijdig was met de situatie van veel mensen om mij heen. Die leken bijna allemaal uit een warm nest te komen. Inmiddels weet ik beter. 😉 Ook voelde ik mij vervreemd van mijn ouders, alsof ik geen kind van mijn ouders was. Dit zorgde voor een nog groter gat tussen mijn moeder en stiefvader aan de ene kant en ik aan de andere kant.

Trots op mezelf

Als ik terugkijk op mijn leven (ik weet het – ik ben nog jong) dan heb ik het zeker niet altijd makkelijk gehad. Ik kan mij herinneren dat ik in groep acht soms met tranen in mijn ogen naar school ging, of dat ik op middelbare school moest leren voor toetsen terwijl mijn moeder in een crisis verkeerde. Vaak hadden dingen ook een ontzettende slechte timing. Zo gaf mijn moeder aan te willen scheiden van mijn stiefvader vlak voor mijn eindexamens. Tijdens mijn studietijd kreeg ik zelf last van psychische klachten, waardoor het leven meer op ‘overleven’ leek. Toch is me het gelukt om alles af te ronden en heb ik sinds twee jaar een masterdiploma op zak. Ik moest en zou dat papiertje krijgen. Daarnaast woon ik in een fijn huis, heb ik een leuke baan en heb ik veel lieve vrienden om mij heen die er altijd voor mij zullen zijn als ik het moeilijker heb. Ondanks alles ben ik een dankbaar mens.

Scroll naar boven