Ik heb al anderhalf jaar nagenoeg geen contact met mijn vader. Hoewel ik aan alles voel dat dit voor mij (nog steeds) het beste is, voel ik me nog weleens schuldig. Want als zelfs zijn eigen dochter niet hem praat, met wie praat hij dan nog wel? Het heeft lang geduurd voordat ik eindelijk voor mezelf durfde te kiezen. Voordat ik besloot dat het genoeg was. Dat ik niet langer verantwoordelijk was voor hoe het met mijn vader gaat. Voordat ik een duidelijke grens stelde. Zo’n anderhalf jaar geleden werd ik teleurgesteld door mijn vader. Dit was niet de eerste keer; dat moge duidelijk zijn. Wat dit incident me vooral duidelijk maakte was dat ik hem totaal niet vertrouwde, maar toch keer op keer toestond dat ik gekwetst werd. Toen ik hierna maandenlang niets van hem hoorde, besloot ik dat het genoeg was.
Dat was geen gemakkelijk besluit. Er gingen jaren aan vooraf waarin ik periodes had van groot verdriet en veel boosheid. Ook richting andere familieleden, die ik niet betrokken genoeg vond bij de problemen van mijn vader. Mijn broertje en ik leken het alleen te moeten uitzoeken. Dit was ook een periode van confrontatie. We gingen het gesprek aan met onze vader, uitten onze zorgen. Deels gaf hij toe dat het niet goed met hem ging, maar voor het grootste deel stak hij nog altijd en telkens opnieuw zijn kop in het zand. ‘Het gaat weleens mis op een feestje’, ‘in gezelschap drink ik weleens te veel’, ‘ik ben gestart bij een coach’. Dat laatste was natuurlijk positief nieuws, maar wat ik vooral hoorde was: hij had niet écht een probleem. Voor mij bagatelliseerde hij op deze manier keer op keer mijn gevoel en de pijn die hij had veroorzaakt. Als zijn alcoholgebruik geen probleem vormde, waarom had ik dan zo’n rotte middelbareschooltijd gehad? Waarom waren mijn moeder en hij dan uit elkaar gegaan? Waarom liep ik dan nog altijd met zoveel pijn rond?
Mijn besluit om met mijn vader te breken viel achteraf in een heftige periode: er kwam veel op me af op mijn werk, lichamelijk ging ik niet lekker (hallo, PDS), en daar kwamen de zorgen en frustratie rond het contact met hem nog eens bij. En toch was ik verbaasd toen ik niet lang daarna burn-outklachten kreeg: op mijn werk had ik constant een paniekerig gevoel, ik begon te trillen, ik kreeg thuis paniekaanvallen en overzag niet meer hoe ik alle verschillende balletjes in de lucht moest houden. De afwas doen was bijvoorbeeld vaak al te veel. Toen ik mijn klachten besprak op mijn werk kreeg ik van mijn leidinggevende helaas een weinig begripvolle reactie. Zij sprak mijn schuldgevoel aan, iets dat me pijnlijk bekend voorkwam. In mijn middelbareschooltijd had ik me ook zo vaak schuldig gevoeld. Als ik iets leuks ging doen met vriendinnen. Als ik langer bleef hangen na dansles. Dat betekende namelijk dat ik mijn moeder alleen liet, daar thuis op de bank. Mijn vader vluchtte immers voor zijn gevoelens en problemen door ook het huis te ontvluchten. Ik had het gevoel dat ik er voor mijn moeder moest zijn, want ze was zo alleen. Intussen vertelde ik niemand over de problemen bij ons thuis en over wat het met mij deed. Ik schaamde me. Het voelde als iets dat we geheim moesten houden.
Ik heb vaak overwogen een familielid in vertrouwen te nemen, maar uiteindelijk zou ik het pas na afloop van mijn eindexamen economie voor het eerst aan een vriendin vertellen. De problemen tussen mijn ouders hadden er namelijk toe geleid dat ik me totaal niet op het examen had kunnen concentreren, wat ik heel erg vond. Mijn moeder had me iets verteld dat ik als kind niet had moeten weten. Ze had mij (opnieuw) een rol gegeven die ik als kind niet had moeten hebben. Toen pas brak er iets en moest ik mijn ei kwijt. Ik ben heel blij dat ik het toen eindelijk aan iemand heb durven vertellen en dat ik het schuldgevoel en de schaamte even losliet.
Uiteindelijk ben ik, na de eerste stroeve gesprekken met mijn leidinggevende, fors minder gaan werken en lukte het na maanden van therapie en bezoekjes aan de bedrijfsarts om het plezier in mijn werk en in mijn leven weer terug te vinden. De gesprekken met mijn psycholoog, maar ook die met mijn vriend en mijn vriendinnen, hebben ervoor gezorgd dat ik veel rustiger in het leven sta en mezelf met meer compassie kan benaderen. Ik heb nog steeds verdriet soms, of stress, maar ik heb ook geleerd om daar wat meer van een afstandje naar te kijken. Ik laat me er minder door meeslepen. Natuurlijk zijn de donkere wolken er nog steeds weleens, en dan ben ik enorm dankbaar dat ik me gesteund voel door mijn lieve vriend. Hij zorgt ervoor dat ik me altijd veilig genoeg voel om mijn gevoelens te uiten, om te delen wat me dwars zit. Ook als ik zelf niet eens goed weet waarom ik me rot voel. Ook dan hoef ik het niet alleen te doen. Het heeft me best wat tijd gekost om iemand zo volledig te vertrouwen en me zo open te stellen. Om bovendien niet langer het gevoel te hebben dat mijn gevoel er niet mocht zijn. Bij hem weet ik dat ik het gevecht niet alleen aan hoef te gaan. Dat we een team zijn.
Maar bovenal ben ik na al die jaren trots op mezelf. Ik heb veel stappen gezet. Elf jaar na mijn eindexamen sta ik zoveel steviger in mijn schoenen. Ik ken mezelf beter en beter en ben niet langer bang om voor mezelf te kiezen. Ik heb al anderhalf jaar geen contact met mijn vader en dat is voor mij nu het beste. En dat is helemaal oké.